19 december 2009: De berg Qingcheng

Tian Fu Gong-tempel aan de voet van Qingcheng Shan.

Dujiangyan. Met de beelden van ingestorte huizen continue op mijn netvlies, heb ik plotseling dringend behoefte aan schoonheid en sereniteit. Ik besluit daarom naar de berg Qingcheng te gaan, die ongeveer 10 kilometer van Dujiangyan ligt.

De berg Qingcheng (Qingcheng Shan) is een heilige berg voor daoïsten, die geloven dat vanuit hier tijdens de Oostelijke Han-dynastie (25-220 n.Chr.) de leer van het daoïsme gevormd werd en verspreid over China. Qingcheng Shan staat bekend om zijn schitterende natuur en daoïstische tempels die verspreid over de berg liggen.

De weg van Dujiangyan naar Qingcheng Shan levert het mij inmiddels helaas maar al te bekende en trieste beeld op van ingestortte huizen en nieuwe dorpen in aanbouw. Maar eenmaal bij de berg zelf heerst een gezellige vakantiestemming. Groepen Chinese toeristen laten zich fotograferen bij de toegangspoort en maken zich klaar om de honderden treetjes te beklimmen die naar de tempels leiden. De lokale bevolking verkoopt streekproducten als kiwi's, gedroogde vruchten en noten en de lucht is zwaar van de gerookte varkenspoten die in manden naar potentiële klanten liggen te lonken.

De eerste tempel aan de voet van de berg, Tian Fu Gong, geeft mij waar ik naar op zoek ben: rust, de geur van wierook en brandende kaarsen. Bij de altaars zijn verse bloemen neergezet. Appels die als een piramide op elkaar gestapeld zijn, liggen naast mandarijntjes, lychees en bananen. Ik word continue gevolgd door een nieuwsgierig meisje van een jaar of acht in een gele jas. Sinds ik hier ben is het een van de eerste gebouwen die ik zie die zijn oorspronkelijke vorm en sfeer nog heeft behouden, en niet is aangetast door de aardbeving. Meer dan dat ik normaal doe in een Chinese tempel, neem ik de sfeer intens in me op.

Vanuit de Tian Fu Gong-tempel begint de klim naar boven. Bij een plattegrond van de berg legt een Chinese gids uit dat een heel aantal tempels door de aardbeving beschadigd is en nu niet te bereiken. Het is een pittige klim naar boven, maar zeer de moeite waard - al was het alleen maar vanwege de schitterende natuur. De lucht is heerlijk fris, de omgeving groen, er fluiten vogeltjes en hier en daar klatert het water van een riviertje. Ik beleef dit niet alleen, honderden Chinezen denderen de treetjes naar beneden of hijsen zich zuchtend en zwoegend omhoog. Sommige mensen laten zich in draagstoelen naar boven vervoeren. De inspanningen worden beloond: we bereiken een tempel met een schitterend uitzicht over de bergen, die nu deels in mist gehuld zijn.

Nog weer hoger komen we bij de Tianshi-grot en bijbehorende tempel. Ook deze tempel is sfeervol, met een paar restaurantjes en theehuisjes waar mensen in bamboe stoelen gezeten thee drinken. Een jong stel leeft zich uit met een potje tafeltennis. Maar de weg gaat hier niet meer verder. Voor de aardbeving moet het wel mogelijk zijn geweest hier de weg naar de top van de berg te vervolgen. Ik loop terug naar beneden, ondertussen de treden tellend: 655, 656, 657....

Halverwege op de terugweg sla ik af richting het Yuecheng-meer. Hier kun je met een bootje naar de overkant en vanaf daar met een kabelbaan tot bijna aan de top van de berg. Maar het kabelbaantje gaat pas volgend jaar weer in werking, en lopen tot aan de top duurt volgens een van de souvenirverkoopsters minstens drie uur en dan nog eens twee uur naar beneden. Het is laat, de schemering zet al in en er zit niets anders op dan deze tocht voor een andere keer te bewaren.

www.mingbai.nl/weblog
Meer verhalen uit de weblog

Met z'n allen de berg op.

Uitzicht over Qingchen Shan vanaf een van de tempels.

Het Yuecheng-meer.